Continueer het groeipad naar 3% van het BBP investeren in R&D

Artikel

Nederland is nog altijd een vooraanstaand kennisland. Dat is niet vanzelfsprekend. Andere landen binnen en buiten Europa investeren fors in kennis en innovatie, terwijl ons land relatief gezien achterblijft. Dit heeft mogelijk grote gevolgen voor de internationale concurrentiepositie van Nederland en is daarmee een risico voor de toekomst van ons land. Het is noodzakelijk ons aan de Europees afgesproken Lissabondoelstelling te houden en nu meer te investeren in Nederlands onderzoek en Nederlandse innovaties.

  • Voor oplossingen voor de grote maatschappelijke uitdagingen zijn investeringen in kennis en innovatie essentieel.
  • Nederland loopt achter op Europese afspraken om 3% van het BBP te investeren in R&D.

UNL roept de politiek op om 3% van het BBP te investeren in R&D, door:

- De huidige investeringen, met name via beurzen en sectorplannen, te continueren;
- De huidige investeringen via het Fonds voor onderzoek en wetenschap structureel te maken;
- Het Nationaal Groeifonds in te zetten op Nederlandse en Europese zwaartepunten en focus aan te brengen op basis van de sectorplannen, het Deltaplan Valorisatie, de kennisagenda van universiteiten en de Nationale Technologiestrategie;

Kennis is het antwoord op onze grote uitdagingen

In ons land staan we voor grote uitdagingen, bijvoorbeeld op het vlak van duurzaamheid, AI, veiligheid, data science, onderwijs, stikstof, voedselzekerheid, rechtszekerheid en gezondheid. Onderzoek en innovatie zorgen voor oplossingen die onze samenleving gebruikt in de toekomst.

De Nederlandse universiteiten dragen met hun onderwijs en onderzoek bij aan het vinden van oplossingen voor deze grote uitdagingen. Daarvoor is het noodzakelijk dat de overheid blijft investeren in onderzoek, ontwikkeling en innovatie (R&D), zodat we niet langer innoveren ten koste van de extreme werkdruk van onze wetenschappers. Op dit moment wordt 2,3% van het Nederlands bbp geïnvesteerd in R&D. De Nederlandse universiteiten roepen de politiek op te zorgen dat dit naar 3% groeit. Dit komt overeen met het door Nederland ondertekende verdrag van Lissabon. De afgelopen jaren heeft de overheid eerste investeringen gedaan om de nationale R&D-uitgaven te verhogen. Het Nationaal Groeifonds is een voorbeeld van deze extra investeringen en zorgt de komende jaren voor potentieel baanbrekende ontdekkingen in quantumtechnologie, duurzame luchtvaart en regeneratieve geneeskunde. Deze middelen zouden structureel gemaakt moeten worden. 

In stapjes naar 3% in 2030

Voor het investeren van 3% van het bbp in R&D, moeten de publieke uitgaven tot en met 2030 stapsgewijs toenemen met structureel €3 miljard per jaar. Dat kan bijvoorbeeld door het Nationaal Groeifonds structureel te maken of door forse extra investeringen in de onderzoekfinanciering van Nederlandse kennisinstellingen. Met dit geld kunnen aanvullend extra investeringen uit het bedrijfsleven mogelijk gemaakt worden, worden onderzoeken gedaan waar ons land geld aan kan verdienen en nog belangrijker, wordt onze welvaart en ons welzijn beter. Want uiteindelijk is innovatie en onderzoek de manier waarop wij klaar zijn voor de toekomst. 

Nieuwe investeringen zijn extra belangrijk omdat Nederland tot en met 2027 bijna €700 miljoen minder onderzoeksgeld krijgt vanuit de Europese Unie. Ondanks dat Nederland per inwoner de meeste Europese onderzoeksfinanciering binnen weet te halen, heeft de Nederlandse regering ingestemd met het verlagen van het budget voor Horizon Europe. Dat raakt onze wereldwijde positie als vooraanstaand kennisland. Als wij dit willen behouden, moet een volgend kabinet zorgen voor stabiele en toekomstgerichte investeringen in R&D. Alleen dan zorgen we met elkaar dat ons land ook morgen klaar is voor de toekomst.