De studiekeuzecheck

Artikel

Sinds 2014 hebben toekomstig studenten recht op een studiekeuzecheck als zij zich uiterlijk op 1 mei aanmelden voor een bacheloropleiding. De studiekeuzecheck bestaat uit studiekeuzeactiviteiten en een studiekeuzeadvies. Het studiekeuzeadvies is een niet-bindend advies dat een kandidaat kan krijgen over zijn of haar geschiktheid om een opleiding succesvol af te ronden. De studiekeuzecheck helpt studenten bij het oriëntatieproces en zorgt daarmee ervoor dat de juiste student op de juiste plek terecht komt.

De studiekeuzecheck is het slotstuk van de fase waarin de student zich oriënteert op zijn/haar toekomstige studie, tijdens de loopbaanoriëntatie en begeleiding op het VWO, door open dagen te bezoeken en door mee te doen aan meeloopdagen of proefstuderen. Op basis van deze voorlichtingsactiviteiten meldt de student zich voor een of meerdere opleidingen aan en doet hij/zij mee aan de studiekeuzecheck van die opleiding(en).  

Instellingen kunnen de studiekeuzecheck verplicht stellen, maar ook op vrijwillige basis aanbieden. Aspirant-studenten die zich na 1 mei aanmelden of zonder geldige reden niet meedoen met de studiekeuzecheck verliezen hun toelatingsrecht en worden ‘toelaatbaar’. Dat betekent dat de instelling mag bepalen of de student wordt toegelaten. De aspirant-student die zich uiterlijk op 1 mei heeft aangemeld, heeft toelatingsrecht ongeacht het advies.

De instelling geeft zelf vorm aan de studiekeuzecheck, en de vorm en inhoud van de studiekeuzecheck verschilt dan ook tussen en binnen instellingen. Ook het studiekeuzeadvies kan uiteenlopen van een positief, risico of negatief advies, tot feedback naar aanleiding van de gevolgde studiekeuzeactiviteiten. In alle gevallen is het doel van zowel de studiekeuzeactiviteiten als het studiekeuzeadvies om de student te laten reflecteren op zijn/haar studiekeuze.  

Indien de aspirant-student na de studiekeuzecheck besluit zich verder te oriënteren, heeft hij/zij recht om toegelaten te worden tot een andere bacheloropleiding van zijn/haar keuze. In dat geval is aanmelden na 1 mei geen reden om niet toegelaten te worden. Wel kan de opleiding waar de student voor kiest alsnog een studiekeuzecheck aanbieden.

Infographic met de stappen die een (aankomend) student moet nemen om de z.g. studiekeuzecheck te doen bij het aanmelden voor een universitaire bacheloropleiding.

Uit de monitor beleidsmaatregelen 2015 (ResearchNed, in opdracht van OCW) blijkt dat vrijwel alle studenten zich voor 1 mei aanmelden (99,5% in het wo in 2015). Er is sprake van een significante stijging van het aandeel studenten dat aangeeft een weloverwogen studiekeuze te hebben gemaakt. Dit aandeel steeg van circa 61% in 2009-2010 naar 72% in 2015-2016.Ook de binding die een student ervaart met de opleiding (bevraagd in september) is gestegen: van 74% in 2009-2010 naar 84% in 2015-2016. De uitval en switch tijdens het eerste jaar zijn gedaald van 29% in 2009-2010 naar 24% in 2014-2015. 

Waarom de studiekeuzecheck?
De doelstelling van de studiekeuzecheck is voor alle universiteiten gelijk: de juiste student op de juiste plek krijgen. Zo begint de student met de juiste verwachtingen aan een opleiding die past bij zijn/haar interesses en competenties. Ook willen universiteiten dat studenten door de studiekeuzecheck alvast kennismaken met docenten van de opleiding en met medestudenten. Universiteiten verwachten dat door de studiekeuzecheck de studie-uitval afneemt en de binding met de opleiding toeneemt.
 
Studiekeuzecheck is maatwerk
Universiteiten kunnen zelf hun studiekeuzecheck invullen. Op deze manier wordt er recht gedaan aan de verschillen per instelling en discipline. Filosofie, Rechten of technische studies verschillen sterk qua karakter en inhoud, waardoor de studiekeuzecheck maatwerk is. Tevens kunnen universiteiten op deze manier de studiekeuzecheck afstemmen op hoe zij de voorlichting hebben ingericht, en op specifieke doelgroepen zoals internationale studenten. Universiteiten kunnen ook een getrapte studiekeuzecheck aanbieden om te komen tot een afgewogen advies, bijvoorbeeld eerst een vragenlijst en op basis van de uitkomst daarvan al dan niet een gesprek.

Sinds de introductie van de studiekeuzecheck onderzoeken universiteiten wat wel en niet werkt: er wordt daarbij gekeken naar studenttevredenheid, tevredenheid onder docenten en studieadviseurs, en naar samenhang van de studiekeuzecheck en de eventuele gegeven adviezen met studiesucces en studieuitval. Ook wisselen universiteiten kennis en ervaring met elkaar uit in UNL-verband. Het onderzoek en de uitwisseling van kennis leidt tot doorontwikkeling van de studiekeuzecheck.