Inkomsten en uitgaven universiteiten

Artikel

Universiteiten hebben zowel inkomsten als uitgaven, ook wel baten en lasten genoemd. De grootste bron van inkomsten is de Rijksbijdrage en de grootste post voor uitgaven zijn personele lasten. Dit laatste ligt voor de hand. Docenten en onderzoekers verzorgen het academisch onderwijs, doen onderzoek van wereldklasse. Ondersteunend personeel draagt bij om dit mogelijk te maken. Het is dan ook niet vreemd dat universiteiten het merendeel van hun uitgaven gebruiken voor personeelslasten. Op deze pagina kunt u meer informatie vinden over de baten en lasten van de universiteit.

Inkomsten

De universiteiten hebben vier grote bronnen van inkomsten: de Rijksbijdrage, contractonderzoek en -onderwijs, collegegelden en overige inkomsten.

(1) Rijksbijdrage

De belangrijkste inkomstenbron van universiteiten is de bijdrage die universiteiten ontvangen van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Meer dan de helft van de universitaire inkomsten is afkomstig van de Rijksbijdrage. Meer informatie over de opbouw van de Rijksbijdrage is hier te vinden. 

(2) Baten in opdracht van derden

Daarnaast wordt veel onderzoek op universiteiten gefinancierd door derden zoals NWO, de Europese Unie, maatschappelijke organisaties, bedrijven en non-profit organisaties. Ook het contractonderwijs valt onder deze categorie. Deze zijn gelabeld als ‘baten in opdracht van derden’ en vormen gezamenlijk ongeveer een kwart van de totale inkomsten.

(3) College-, cursus-, les- en examengelden

College-, cursus-, les- en examengelden bedragen gezamenlijk ongeveer 10% van het totaal aan inkomsten van de universiteit. Dit is het collegegeld dat studenten betalen om te studeren.

(4) Overige baten

Tot slot zijn er nog overige baten. Dit zijn baten die niet direct gerelateerd zijn aan het primaire proces van onderwijs en onderzoek. Voorbeelden zijn inkomsten uit de verhuur van gebouwen en ruimten, catering en sportfaciliteiten.

Uitgaven

Universiteiten maken onderscheid tussen vier verschillende typen kosten die weer onderverdeeld worden in deelposten. De grootste post zijn de personele lasten. Daarnaast zijn er ook huisvestingslasten, afschrijvingen en overige lasten.

(1)    Personele lasten

Het grootste deel van de universitaire lasten bestaat uit personeelslasten. Dit gaat onder andere om de salarissen, sociale lasten en pensioenpremies voor medewerkers van de universiteit.

(2)   Huisvestingslasten

Bij de huisvestingslasten valt te denken aan energie en water, huur, verzekeringen, onderhoud, schoonmaakkosten, heffingen, uitgaven voor brandveiligheid, en Arbo- en milieumaatregelen.

(3)   Afschrijvingen

Verder bestaan de lasten van de universiteit uit de afschrijvingen van gebouwen, computers en IT-voorzieningen.

(4)    Overige lasten

Onder de overige lasten vallen bijvoorbeeld de aanschaf van inventaris, apparatuur, leermiddelen, boeken en tijdschriften, administratie- en beheerlasten en indien van toepassing de bijdragen aan de medische faculteit (verbonden aan een academisch ziekenhuis).