CAO Arbeidsduur en werktijden

Nederlandse Universiteiten
1 april 2023 t/m 30 juni 2024

4.1 Arbeidsduur en werktijden

Artikel 4.1 Volledige arbeidsduur

De volledige arbeidsduur per week bedraagt 38 uren.

Artikel 4.2 Werktijdenregeling

  1. De werknemer is verplicht zich te houden aan de werktijdenregeling en de arbeids- en rusttijden, die door de werkgever voor hem zijn vastgesteld.
  2. Inzake arbeidstijd, arbeidstijd op zondag en arbeid in nachtdienst, alsmede inzake rusttijd en pauze, is de standaardregeling van toepassing, als bedoeld in de Arbeidstijdenwet behoudens het gestelde in het volgende lid.
  3. In afwijking van lid 2 kan de werkgever met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg een collectieve regeling in de zin van artikel 1.3 van de Arbeidstijdenwet overeenkomen.
  4. Het arbeidstijdenpatroon van de werknemer wordt zodanig vastgesteld dat de werknemer per week op niet meer dan 5 dagen en zoveel mogelijk aaneengesloten arbeid verricht.
  5. Geen arbeid wordt verlangd op zaterdagen, zondagen en op feestdagen, als bedoeld in artikel 4.8.
  6. Van het gestelde in lid 4 en 5 kan worden afgeweken, indien het belang van de instelling dat onvermijdelijk maakt.
  7. De werknemer wordt bij de regeling van zijn arbeidstijd zo weinig mogelijk in zijn zondagsrust beperkt en hem wordt zoveel mogelijk de gelegenheid geboden op zondag en de voor hem geldende kerkelijke feestdagen zijn kerk te bezoeken.
  8. Lid 7 vindt voor de werknemer, die in verband met zijn godsdienstige opvattingen de wekelijkse rustdag op een andere dag dan de zondag viert, overeenkomstige toepassing indien hij de werkgever hierom schriftelijk heeft verzocht.
  9. Indien de werknemer daartoe een verzoek indient, kan de werknemer vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd met ingang van 1 januari 2025, of zoveel eerder als een werkgever daartoe besluit, vrijgesteld worden van het verrichten van nachtdiensten. 1
  10. Het verzoek van de werknemer zoals bedoeld in lid 9 van dit artikel dient in beginsel uiterlijk 3 maanden voorafgaande aan de beoogde ingangsdatum waarop de vrijstelling van nachtdiensten zou moeten ingaan, te worden ingediend. De werkgever beslist binnen drie maanden over dit verzoek. In het geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen, kan de werkgever besluiten de ingangsdatum met maximaal 6 maanden uit te stellen. Indien de werknemer binnen 3 maanden na de datum waarop het verzoek is ingediend conform de daarvoor geldende procedure, geen inhoudelijke reactie van de werkgever heeft gehad, betekent dit dat het verzoek ingewilligd is.
  11. De werkgever kan besluiten dat een bepaalde groep of groepen werknemers vanaf het bereiken van de 57-jarige leeftijd vrijgesteld kan/kunnen worden van bereikbaarheids- en aanwezigheidsdiensten tijdens de nacht en overwerk tijdens de nacht. De werkgever stelt het lokaal overleg hiervan in kennis.
  12. Artikel 1.7, lid 1, onderdeel d, van de Arbeidstijdenwet bepaalt dat een nachtdienst een dienst is waarin meer dan één uur wordt gewerkt tussen 00:00 en 06:00. 
  13. Individuele afspraken over het niet verrichten van nachtdiensten die gelden op de ingangsdatum van de cao worden gerespecteerd. In die gevallen kan geen aanspraak worden gemaakt op de vrijstelling conform lid 9 van dit artikel, tenzij werkgever en werknemer andere afspraken maken.

[1]In het geval van herbezettingsproblemen door het ontbreken van voldoende personeel met de vereiste veiligheidsopleiding, kan de werkgever de ingangsdatum met maximaal 12 maanden uitstellen.

Artikel 4.3 Bepaling bedrijfstijd en afwijkende werktijden

  1. De 38-urige werkweek wordt ingevuld binnen een bedrijfstijd van 78 uren.
  2. Onder bedrijfstijd wordt verstaan de uren op maandag tot en met vrijdag van 7.00 tot 21.00 uur respectievelijk van 8.00 tot 22.00 uur en de uren op zaterdag van 7.00 tot 15.00 uur respectievelijk van 8.00 tot 16.00 uur.
  3. Indien de bedrijfsvoering dit naar het oordeel van de werkgever vereist, is de werknemer verplicht overwerk, arbeid op ongebruikelijke werktijden of bereikbaarheids- en aanwezigheidsdienst of verschoven dienst te verrichten.

Artikel 4.4 Omvang individuele arbeidsduur

De werkgever bepaalt of een functie in de volledige of in minder dan de volledige arbeidsduur zal worden vervuld.

Artikel 4.5 Functiecontract

  1. Met wederzijdse instemming van werkgever en werknemer kan een functiecontract worden gesloten ter aanvulling op het dienstverband. Met ingang van 1 januari 2024 kan een functiecontract alleen worden afgesproken voor werknemers vanaf schaal 11. Als het functiecontract bij aanvang van het dienstverband wordt afgesloten, kan de werknemer binnen een periode van 3 maanden zonder opgaaf van redenen besluiten met terugwerkende kracht af te zien van het functiecontract. Lopende afspraken over het kalenderjaar 2023 blijven in stand tot het einde van het kalenderjaar.
  2. In een functiecontract worden resultaatgerichte afspraken vastgelegd in samenhang met de door de werkgever vastgestelde omvang van het dienstverband. Het functiecontract maakt onderdeel uit van de jaarlijkse gesprekscyclus tussen werknemer en leidinggevende. De werknemer draagt zelf de verantwoordelijkheid om invulling te geven aan vakantie en de arbeids- en rusttijden, met dien verstande dat het bepaalde in de Arbeidstijdenwet over de maximale arbeidsduur per week in acht wordt genomen.
  3. Op werknemers met een functiecontract is de cao van toepassing, met uitzondering van:

    1. de bepalingen met betrekking tot arbeidsduur en werktijden in de artikelen 4.2, 4.3 en 4.6 tot en met 4.8;
    2. de bepalingen met betrekking tot verlof in de artikelen 4.13 tot en met 4.25;
    3. de bepalingen met betrekking tot het keuzemodel in de artikelen 5.1 lid 4, 5.4 lid 1 onder a, 5.5 en 5.6. In de overige bepalingen van het keuzemodel wordt in plaats van “vakantie-uren” gelezen “wederzijds overeengekomen extra werk”.

    De werknemer vult zijn werktijden zodanig in dat zijn vakantie-uren daadwerkelijk zijn opgenomen in het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan.

  4. In geval van onvoorziene omstandigheden, waaronder langdurige ziekte en bij zwangerschap, treden werkgever en werknemer in overleg over het al dan niet continueren van het functiecontract. Bij continuering van het functiecontract worden de te leveren arbeidsprestaties indien nodig herzien.
  5. Ten behoeve van het functiecontract wordt in ieder geval schriftelijk (bijvoorbeeld in het verslag van het jaargesprek) vastgelegd:
    1. de door werknemer te leveren arbeidsprestaties in relatie tot de omvang van het dienstverband;
    2. de bereikbaarheid en aanwezigheid van de werknemer;
    3. de mogelijkheid van sabbatical leave overeenkomstig artikel 4.23.