CAO Verlof, niet-zijnde vakantieverlof

Nederlandse Universiteiten
1 april 2023 t/m 30 juni 2024

4.3 Verlof, niet-zijnde vakantieverlof

Artikel 4.8 Verlof op feestdagen

  1. Als feestdagen gelden: Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Eerste Paasdag, Tweede Paasdag, 5 mei, Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag, de nationale feestdag waarop de verjaardag van de Koning of de Koningin wordt gevierd en andere daartoe in overeenstemming met het lokaal overleg vastgestelde dagen.
  2. Op genoemde feestdagen wordt in beginsel niet gewerkt. Als het belang van de instelling dit onvermijdelijk maakt, kan hiervan worden afgeweken.
  3. Als de instelling op een daartoe aangewezen kerkelijke of nationale, landelijke, regionaal of plaatselijk erkende of op een in overleg met het lokaal overleg vastgestelde feest- of gedenkdag is gesloten, geniet de werknemer verlof voor zover het belang van de instelling niet anders vereist.
  4. Verlof op een in het eerste lid genoemde feestdag wordt verleend met behoud van bezoldiging. 
  5. De werknemer die volgens vast werkpatroon op vrijdag moet werken, kan met ingang van het kalenderjaar 2024 jaarlijks de Goede Vrijdag inruilen voor een andere religieuze, nationale, regionale of lokale feest- of gedenkdag. De werkgever kan dit verzoek slechts weigeren wanneer het niet vier weken voor Goede Vrijdag wordt ingediend of in geval van zwaarwegende bedrijfsbelangen, waaronder de sluiting van een gebouw voor werknemers van wie de functie niet toelaat om thuis te werken.

Artikel 4.9 Verlof bij ziekte

  1. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verhinderd is zijn arbeid te verrichten, geniet van rechtswege geheel of gedeeltelijk verlof overeenkomstig het bepaalde in de ZANU.
  2. De werknemer die wegens ziekte geheel of gedeeltelijk verlof geniet heeft recht op loondoorbetaling overeenkomstig het bepaalde in de ZANU.
  3. Het eerste en tweede lid van dit artikel, en het bepaalde in de ZANU, zijn niet van toepassing op de werknemer die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Deze werknemer heeft gedurende dertien weken recht op 100% loondoorbetaling als hij geheel of gedeeltelijk verlof geniet wegens ziekte. Na dertien weken stopt het recht op loondoorbetaling.

Artikel 4.10 Verlof op basis van de Wet arbeid en zorg

  1. Op verlof in verband met zwangerschap, bevalling, adoptie en pleegzorg, op (aanvullend) geboorteverlof, calamiteiten- en ander kortdurend verzuimverlof, op kortdurend en langdurend zorgverlof en op ouderschapsverlof zijn van toepassing:
    1. de bepalingen van de Wet arbeid en zorg, voor zover daarvan niet wordt afgeweken in deze cao;
    2. het bepaalde in deze paragraaf;
    3. nadere regelingen die de werkgever op grond van het artikel 4.24 kan vaststellen in overeenstemming met de werknemersorganisaties in het lokaal overleg.
  2. Op de in lid 1 onder c genoemde (nadere) regels is artikel 10.8 van toepassing.

Artikel 4.11 Verlof bij zwangerschap en bevalling

  1. De vrouwelijke werknemer die op grond van de Wet arbeid en zorg zwangerschapsverlof en bevallingsverlof geniet, heeft gedurende dit verlof recht op volledige doorbetaling van de bezoldiging. 
  2. De werknemer die recht heeft op het in eerste lid genoemde verlof is verplicht mee te werken aan de aanvraag van een uitkering krachtens de Wet arbeid en zorg bij het UWV. Deze uitkering wordt in mindering gebracht op het bedrag waarop de werknemer op grond van het eerste lid recht heeft. 
  3. Conform de Wet arbeid en zorg bedraagt de totale duur van het zwangerschaps- plus het bevallingsverlof ten minste 16 weken, waarvan ten minste 10 weken bevallingsverlof. De bepalingen over de feitelijke duur en het tijdstip van opname uit de Wet arbeid en zorg zijn hierbij van toepassing.
  4. De aanvullende bepalingen uit de Wet arbeid en zorg zijn van overeenkomstige toepassing. 

Artikel 4.12 Verlof ten behoeve van adoptie en pleegzorg

  1. De werknemer heeft recht op zes weken verlof bij adoptie of opname van een pleegkind ter duurzame verzorging en opvoeding, op te nemen tijdens het in het door de Wet arbeid en zorg vastgestelde tijdvak.
  2. Dit verlof is onbezoldigd, tenzij de werkgever nadere regels heeft vastgesteld ter aanvulling van de uitkering krachtens de Wet arbeid en zorg. De Wet arbeid en zorg kent een recht op uitkering toe aan de werknemer.